Wij zijn intussen afgezakt tot net voor Burgos. Een makkelijke etappe, ondanks de klim naar opnieuw 1100 m en ondanks het helse nachtelijke uur, maar daarover straks meer. De albergue waar we gisteren onze intrek genomen hebben wordt gerund door een broer en zus. Misschien moet ik zeggen: "Door een zus en broer", want volgens de man (hij heeft het uiterlijk om Luiz-Fernandez te heten, maar dat weet ik natuurlijk niet), is zij 'El capitán'. We delen een kamertje met twee Fransen en een Spaans koppel in een stapelbed met afgrijselijke matrassen. Afgrijselijk omdat je de veren die erin zitten zelfs kan tellen door er gewoon op je buik op te gaan liggen. Daartegenover staat dat Luiz-Fernandez en zijn zus schatten van mensen zijn, die hun tijd nemen om hun gasten terwille te zijn en daar zichtbaar van genieten.
Gisteren, na de middag maken we een korte wandeling door het piepkleine dorp Agés (dat toch minstens drie goed met pelgrims gevulde albergues bevat) en ontmoeten er vele bekende gezichten, waaronder Morgan en haar pa Don, Inge en even later Andreas, die onder hetzelfde dak blijkt te verblijven als wij zelf. Agés wordt hiermee in één klap een soort thuis. De kleine kamer kan een goeie nachtrust betekenen, we liggen om negen uur al tussen de lakens. De kamergenoten doen hun best om stil te zijn en al gauw komt het zandmannetje voorbij. Maar rond kwart voor één wordt ik wakker met een hevige pijn in de maagstreek. Ik zie alle mogelijke doemscenarios de revue passeren... Misschien nog bellen naar Toon, hij vertrekt over exact twee uren. Misschien 112 bellen? Misschien morgen een taxi naar Burgos en naar de kliniek om dan de verzekering in te zetten? Ik maak Mieke wakker voor een pijnstiller en samen zitten we een half uur in de gang, licht wanhopig. De pijn trekt weg en de rust keert terug. 's Morgens zegt Andreas dat hij ons heeft gehoord... tja, kan best hoor.
Uiteindelijk verloopt de wandeling deze morgen vlot. We laten een steentje achter bij het kruis op de bergkam, die we oversteken. Een steentje voor Herman, die binnenkort een onrustwekkende hartoperatie moet ondergaan. Het allerbeste, Herman, we duimen voor je!
Fuentes Blancas is een vrij rustige camping. In het volle zomerseizoen is dit misschien anders. Jammer dat voor morgen en overmorgen regen wordt voorspeld. In elk geval gaan wij straks nog even de stad verkennen, het schijnt de moeite te zijn! Intussen kijken we met een groeiend verlangen uit naar morgennamiddag.
Elk dorp waar we voorbijkomen heeft één of meerdere waterpunten ten behoeve van de pelgrim. We maken er dankbaar gebruik van. |
Een steentje voor Herman bij een kruis bovenop een bergtop |
Achter de berg zien we Burgos in de verte, nog zo'n tien kilometer te gaan. |
Aangekomen bij de camping Fuentes Blancas (witte fonteinen). |
2 opmerkingen:
Jullie naderen nu al ras het eindpunt, Santiago.
Fijn dat de pijnstillers werken zodat je vol goede moed verder kunt lopen.
Bewondering voor jullie. Ook voor het verwoorden van de momenten waarop je het moeilijk hebt. Dat hoort erbij, veel respect.
Hartelijke groeten uit Nederland
Lucia en Mart
Na Burgos ligt Léon in het verschiet,en dan Astorga,o Cebreiro,Santiago....
Urbanus zou zeggen : het nadert,omdat het dichterbij komt....Goede moed.
Een reactie posten