Ik ben intussen weer terug thuis van het ziekenhuis en
vertel wat verder aan het ‘onbedoelde' verhaal
Woensdag 28 november tijdens de speeltijd laat ik het nieuws
dan los in de leraarskamer aan ieder met wie ik een gesprekje voer. Tegen de
middag weet ongeveer iedereen op school dat het de verkeerde kant opgaat met
me. In de loop van die dag komen ook de eerste berichtjes binnen op het
internet-schoolplatform Smartschool, het allereerste van Abel uit klas 4D... Op
donderdag houd ik me de ganse dag bezig met preventie en ben op die manier wat
weg van de meeste collega's, zodat ik wat tijd krijg om mijn zinnen te
verzetten met het op orde brengen van documenten. De vrijdag dan is mijn
laatste schooldag (van ... 2012? ... dit schooljaar? ... ooit?). Vrijdagmorgen
nog een morgenwijding, daarna een springuurtje en de 1F, 1D en 1C.
Ik moet om 14.00 u in de kliniek zijn, Mieke heeft de vrijdagnamiddag ook vrij en zo kunnen we er samen naartoe. Die ervaring kon je al lezen op 15 december: je wordt in een CT-scanner geschoven om de positie van je organen nauwkeurig te bepalen. Daarna beginnen ze (met alcoholstift!) op je buik te tekenen en krijg je een spuitje ter verdoving van de huid. Dan haalt de dokter de naald tevoorschijn: en joekel van zo'n 15cm en begint die door je buik te prikken. Tot bijna halverwege. Daarna stop en iedereen loopt weg, waarna je weer de scanner binnengeschoven wordt. Om te controleren of ze op goeie weg zijn en eventueel wat te kunnen bijsturen. My God! Die naald staat daar te zwiebelen op je buik en je zit ermee in je maag, overdrachtelijk én naar de letter. Terug uit de scanner duwt de dokter de naald nog enkele centimeter dieper, en dát heb je geweten hoor, ik zweer het! Maar dat is nog niet alles: nu zit de punt van de naald wel op de goede plaats, maar nu moet er weefsel mee terug naar buiten. De dokter haalt precies een trekker over en mijn eerste gedacht is: "Ha, zó voelt dat als je een kogel in het lijf krijgt!”.
Ik moet om 14.00 u in de kliniek zijn, Mieke heeft de vrijdagnamiddag ook vrij en zo kunnen we er samen naartoe. Die ervaring kon je al lezen op 15 december: je wordt in een CT-scanner geschoven om de positie van je organen nauwkeurig te bepalen. Daarna beginnen ze (met alcoholstift!) op je buik te tekenen en krijg je een spuitje ter verdoving van de huid. Dan haalt de dokter de naald tevoorschijn: en joekel van zo'n 15cm en begint die door je buik te prikken. Tot bijna halverwege. Daarna stop en iedereen loopt weg, waarna je weer de scanner binnengeschoven wordt. Om te controleren of ze op goeie weg zijn en eventueel wat te kunnen bijsturen. My God! Die naald staat daar te zwiebelen op je buik en je zit ermee in je maag, overdrachtelijk én naar de letter. Terug uit de scanner duwt de dokter de naald nog enkele centimeter dieper, en dát heb je geweten hoor, ik zweer het! Maar dat is nog niet alles: nu zit de punt van de naald wel op de goede plaats, maar nu moet er weefsel mee terug naar buiten. De dokter haalt precies een trekker over en mijn eerste gedacht is: "Ha, zó voelt dat als je een kogel in het lijf krijgt!”.
Bon, genoeg horror. Dinsdag krijgen we dan uiteindelijk te
horen wat er loos is. Ik besluit om te voet naar het ziekenhuis te gaan, zo kan
ik mijn gedachten wat leegmaken en mijn longen wat vullen.
Misrekening! Weeral… Men heeft nog steeds geen weefsel te
pakken dat voldoende relevant is om een duidelijk beeld te geven. Toch hebben we het gevoel dat er meer en meer
in de richting van lymfeklierkanker wordt gedacht, maar dat blijft
onuitgesproken. Eerst moet er zekerheid komen. Er blijven nog twee mogelijkheden open om een
correcte diagnose te stellen, zo hebben we begrepen. De eerste en minst
ingrijpende is een PET-scan (Positron Emissie Tomografie, voor wie graag met
geleerde woorden slingert), de tweede is een operatie om weefsel weg te halen.
De dokter vindt een PET-scan op zijn plaats en maakt meteen een afspraak voor
vrijdag in het PET-centrum West-Vlaanderen. Dat is een beetje verder dan de
Kennedylaan. Een beetje, namelijk aan de Reepkaai ofte het ‘Hospitaal’ in
Kortrijk. Ik moet er om 11 uur zijn en gene minuut later, want het radio-actieve
goedje dat ze me zullen toedienen vooraleer ik weer in een scanner verdwijn
blijft maar 10 minuten bruikbaar, drukt de dokter me op het hart.
Vrijdagmorgen is het stralend weer, een klein laagje sneeuw
over de velden, maar niet koud genoeg om te blijven liggen. Ik heb de smaak van
het wandelen te pakken en besluit weer om te voet te gaan. Als het niet naar
Compostela kan, dan maar naar de kliniek. Laat ze mij maar eens tegenhouden! Ik
geniet zodanig onderweg van zonnige en wit besneeuwde landschap dat ik het niet
kan laten om een paar foto’s te maken met m’n GSM. Eén ervan wordt later gekozen
als voorpaginafoto voor ’t Aaltje. Ik kom met natte voeten in mijn bottienen en
met knalrode blos op de wangen te zitten in een wachtkamer met oude, zieke en verbleekte mensen. Voel me ietwat ongemakkelijk en niet op mijn plaats. Maar alles
verloopt naar wens en een goeie twee uur later is alles achter de rug. Geen
noemenswaardige incidenten te melden. Dinsdag weten we dus eindelijk wat er met
me scheelt. … Of zou er toch nog een kijkoperatie nodig zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten