Volgens de Druivelaar, een alom bekend omslagwerk inzake
heiligen, wordt op 1 juni naast de Heilige Justinus, de Heilige Koenraad van
Trier, de Heilige Ronan en de Zalige Theobald, ook de Heilige Pamfiel vereerd.
Laat die eerste juni nu net de dag zijn waarop we kennis maakten met de
schoonheid op de foto hier onder en die we vanaf nu met ‘Pomfiel’ aanspreken. We ontmoetten Pomfiel dus op onze wandeling van gisteren in de streek tussen Zwevegem en de Schelde. Op kilometer
negentien zien we een mooie weide/boomgaard met geiten en kippen. In een klein
hoekje ervan staan een houten wagen in staat van verval, een houten schuilhokje
dat er al niet veel beter aan toe is en een varken. Alles omgeven door een
modderbrij waar zelfs onze professionele Compostella-stapschoenen geen verhaal
tegen zouden hebben. We hebben de perceptie dat varkens houden van modder, maar
dit moet zelfs Pomfiel van het goede teveel vinden, vermoed ik. Ons gemoed
schiet vol en Mieke wil prompt een appel aan het meelijwekkende dier schenken.
De appel wordt met veel graagte, geknor en gesmek naar binnen gewerkt.
Pomfiel houdt van appels |
Het beeld van Pomfiel doet me denken aan
een verhaaltje over een roeislaaf op een galeischip die altijd klaagde over
zijn harde leven. De kapitein kreeg het zodanig op zijn heupen dat hij de arme
man in een kooi zette die hij aan een touw overboord liet hangen tot net niet
onder water. Na twee dagen was de slaaf blij zijn plaats weer achter de riemen
te kunnen innemen.
Wij hebben medelijden met een varken dat zijn dagen in de modder moet slijten, maar de honderdduizenden anonieme varkens achter de muren van hun stallen zien we enkel als ze als kotelet, ham of saucijs bij de slager liggen. Zij krijgen de kans niet om op ons gemoed te werken, behalve dat ze stinken wanneer we aan hun verblijfplaats passeren. Zijn zij dan beter af? Pomfiel krijgt een appel van een voorbijganger, een appel en aandacht en zelfs medelijden. Pomfiel gaat niet verloren in de anonieme roze massa. Pomfiel heeft meer geluk dan miljoenen van zijn soortgenoten
Wij hebben medelijden met een varken dat zijn dagen in de modder moet slijten, maar de honderdduizenden anonieme varkens achter de muren van hun stallen zien we enkel als ze als kotelet, ham of saucijs bij de slager liggen. Zij krijgen de kans niet om op ons gemoed te werken, behalve dat ze stinken wanneer we aan hun verblijfplaats passeren. Zijn zij dan beter af? Pomfiel krijgt een appel van een voorbijganger, een appel en aandacht en zelfs medelijden. Pomfiel gaat niet verloren in de anonieme roze massa. Pomfiel heeft meer geluk dan miljoenen van zijn soortgenoten
Ik ben Pomfiel. Mensen vinden het erg wat me allemaal
overkomt. Velen weten niet wat te zeggen en zeggen dus niets. Of ze vragen op
een luchtige manier hoe het is en verwachten als antwoord niks anders dan ‘goed’, ‘dat gaat’
of iets in die zin. Maar ik krijg aandacht, al is het onwennig bij sommigen. Ik
krijg geen appel, maar kaartjes, berichtjes en cadeautjes. Het doet deugd. Ik
heb meer geluk dan miljoenen anderen met misschien nog grotere problemen en die
in anonimiteit met hongersnood, natuurrampen of oorlogsgeweld te kampen hebben.
Onze wandeling in Zuid-West-Vlaanderen is een succes. De dag
ervoor hadden we al een wandeling van 12 kilometer gemaakt. Dit was dus twee
dagen na elkaar en vandaag hebben we geen van beide nog last van de afgelegde
kilometers. Over exact een maand staan we vertrekkensklaar. Pomfiel unchained!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten